Ik spreek over de familie van mijn vader. Dit is mijn inspiratie om Nederlands te studeren omdat mijn voorouders uit Nederland kwamen. Ik gebruik de internet om het verhaal van de familie van mijn vader te onderzoeken. Mijn familie komt uit Goes in Zeeland. Zeeland is een schiereiland in de Nord Zee. Tegenwoordig is Goes een mooie kleine havenstad met 36.000 bewonen.
Het Archief van Goes is beschikbaar online en vind ik veel informatie over mijn familie daar. In 2002, ben ik naar Goes gereisd om het archief te bezoeken. Ik heb Meneer Tom Rijn ontmoet. Meneer Rijn werkt in het archief. Hij kende een bloedverwant van mijn vader. Meneer Rijn was heel behulpzaam.
Mijn overgrootvader heette Pieter DeKorte. Hij was in de kleine dorp Kattendijke in 1879 geboren. Zijn vader, Hubrecht DeKorte, was een schaapherder. Zijn moeder, Helena kwam uit de dicht bij dorp Kloetinje.
Mijn overgrootmoeder heette Martina Willemina Janse van Noordwijk. Zij was in 1875 in de dorp Kapelle geboren. Haar vader was een timmerman, en haar moeder is op 35 jarige leeftijd gestorven. Martina, mijn overgrootmoeder, was nog maar 11 jaar oud. Zeven maanden daarna in Juli 1887 heeft haar vader hertrouwd. (Hij was twee tijden getrouwd.) De stiefmoeder van Martina heette Pieternella Sonke.
Als Martina was 20 jaar oud, heeft zij met Matthijs van der Heijden uit Borssele in 1896 in Goes getrouwd. Matthijs was een meubelmaker. Hij was 22 jaar oud. Martina en Matthijs hadden een dochter, Catherina. Catherina is op 24 Juli 1897 op nog maar 3 maanden gestorven. Matthijs is nog maar 6 weken daarna op 8 September ook gestorven. Ik weet niet waarom hebben ze gestorven. Ik heb in de documenten de datum gevonden, maar zeggen ze niet waarom hebben ze gestorven.
Dus, was mijn overgrootmoeder Martina al een weduwe op 21 jaar oud. Daarna, is zij naar het ziekenhuis in Goes gegaan. Martina heft in het ziekenhuis voor 2 jaren gewoond en gewerkt. Zij heft met mijn overgrootvader, Pieter DeKorte, op 2 November 1899 in Goes getrouwd. In 1900 hebben Pieter en Martina tweeling gehad – twee meijes. Ze heetten Paulina en Helena. Paulina was mijn grootmoeder.
Mijn overgrootouders waren slecht betaald. Pieter deKorte was een werkman. Hij werktte in de haven van Goes. Hij had geen beroep, maar had hij een grote familie. In 1912 had hij al 7 kinderen. Pieter en Martina lidden waren van Leger des Heils. Leger des Heils is een special kerk. De mensen van Leger des Heils willen de armen mensen helpen. In de Kirstmastijd zijn we de mensen van Leger des Heils in de straten en de platsen met een grote zwarte pot en een kleine bel. Zij willen dat we muntjes voor de armen mensen geven.
Toen de tweeling 7 jaar oud was, zijn ze met hun ouders en hun broers en zussen naar de Verenigde Staten in 1907 emigrerd. Eerste is Pieter vertrokt omdat moest hij werk en een huis te vinden
Drie manden daarna op 4 November, 1907 is Martina naar Amerika aangekomen. Zij is alleen met 6 kinderen aan bord de schip in tweede klasses gereisd. De oudste kinderen waren de tweeling – zij 7 jaar oud waren. De jongste kind nog maar 6 maanden oud was. Zij zijn van Rotterdam naar New York in 10 dagen gereisd. De schipsmanifest zegt dat had Martina 5 dollar waneer is zij naar New York aangekomen.
Martina en Pieter woonden in Kalamazoo, Michigan. Ik kom ook uit Kalamazoo, Michigan. In Michigan, zijn er veel mensen met voorouders dat uit Nederland kwamen. Er is nog een stad met de naam Holland. Er is een jaarlijk tulpfeest en een traditioneel windmolen in Holland, Michigan.
De laatste kind van Martina en Pieter was in Kalamazoo, Michigan in 1912 geboren. Hij heette Cornelius. Cornelius was “Nonkel Neal” voor mijn vader. Pieter werkte voor de stad Kalamazoo in de Ministerie van Maten en Gewichten. De eerste jaar in Juni waren de tweeling (Paulina en Helena) het meest verbeterd in de school.De Engels lerares heft elke tweeling een heel mooie popje gegeven.
(FOTO van de tweeling met hun popjes) In deze foto is mijn grootmoeder Paulina aan de linkerkant. Haar pop heft bruin haar. Zij heft haar popje Amelia genomen want haar beste vriend in Goes heette Amelia. Ik heb de popje van mijn grootmoeder thuis in de Verenigde Staten.
Mijn grootmoeder Paulina is in 1964 van kanker gestorven. Ik was nog maar twee jaar oud. Dus, mijn herinnering van mijn grootmoeder is dat gaf zij mij altijd een banaan waneer ging ik bij haar te bezoeken.
Hebben jullie dat begrijpen allemaal?
(English translation)
I am speaking about my father’s family. This is my inspiration for studying Dutch because my ancestors came from the Netherlands. I use the internet to research the history of my father’s family. My family comes from Goes in Zeeland. Zeeland is a peninsula in the North Sea. Nowadays, Goes is a beautiful little port city with 36,000 inhabitants.
The Goes Archive is available online and I find a lot of information about my father’s family there. In 2002, I traveled to Goes to visit the archive. I met Mr. Tom Rijn. Mr. Rijn works in the archive. He knew one of my father’s relatives. Mr. Rijn was very helpful.
My greatgrandfather was named Pieter De Korte. He was born in the small village of Kattendijke in 1879. His father, Hubrecht De Korte, was a sheepherder. His mother, Helena, came from the nearby village of Kloetinge.
My greatgrandmother was named Martina Willemina Janse van Noordwijk. She was born in the village of Kapelle in 1875. Her father was a builder, and her mother died at the age of 35. Martina, my greatgrandmother, was only 11 years old. Seven months later in July 1887 her father remarried. (He was married twice.) Martina’s stepmother was named Pieternella Sonke.
In 1896, when Martina was 20 years old, she married Matthijs van der Heijden from Borssele in Goes. Matthijs was a carpenter. He was 22 years old. Martina and Matthijs had a daughter, Catherina. On July 24, 1897, Catherina died at only three months old. Only six weeks later on September 8, Matthijs also died. I do not know why they died. I found the dates in the documents, but they did not say why they died.
Thus, my greatgrandmother was already a widow at age 21. Then, she went to the hospital in Goes. Martina lived and worked in the hospital for two years. She married my greatgrandfather, Pieter De Korte on November 2, 1899 in Goes. In 1900, Pieter and Martina had twins – two girls. They were named Paulina and Helena. Paulina was my grandmother.
My greatgrandparents were poorly paid. Pieter De Korte was a workman. He worked in the port of Goes. He had no profession, but he had a large family. In 1912, he had seven children. Pieter and Martina were members of the Salvation Army. The Salvation Army is a special church. The people of the Salvation Army want to help the poor people. At Christmas time, we see people from the Salvation Army in the streets and in the squares with a big black pot and a small bell. They want us to give coins for the poor people.
When the twins were seven years old, they emigrated with their parents, brothers and sisters to the United States in 1907. Pieter left first because he must find work and a house.
Three months later on November 4, 1907, Martina arrived in America. She traveled alone with six children on board the ship in second class. The oldest children were the twins – they were seven years old. The youngest child was only six months old. They traveled from Rotterdam to New York in ten days. The ship’s manifest states that Martina had five dollars when she arrived in New York.
Martina and Pieter lived in Kalamazoo, Michigan. I also come from Kalamazoo, Michigan. In Michigan, there are many people with Dutch ancestors. There is even a city named Holland. There is an annual tulip festival and a traditional windmill in Holland, Michigan.
Pieter and Martina’s last child was born in Kalamazoo, Michigan in 1912. He was named Cornelius. Cornelius was “Uncle Neal” for my father. Pieter worked for the city of Kalamazoo in the Department of Weights and Measures. The first year in June, the twins, Paulina and Helena, were the most improved in the school. The English teacher gave each twin a very beautiful doll.
(PHOTO of the twins with their dolls) In this photo, my grandmother Paulina is on the left. Her doll has brown hair. She named her doll Amelia because her best friend in Goes was named Amelia. I have my grandmother’s doll in my house in the United States.
My grandmother Paulina died of cancer in 1964. I was only two years old. Thus, my memory of my grandmother is that she always gave me a banana when I went to visit her.
Have you understood everything?
No comments:
Post a Comment